Racing – Tips

1. Verleg je gewicht naar de buitenzijde van de kart

Klinkt onlogisch en vele coureurs in spé zullen juist geneigd zijn om bij bochten “naar binnen” te hangen. Fout, niet doen! G-krachten duwen je tijdens het nemen van bochten vanzelf naar buiten en da’s precies waar je druk wilt leggen als je hard wilt gaan, want de buitenbanden zorgen in bochten voor de grip. Daarom zie je professionele kartcoureurs ook vaak helemaal rechtop in hun stoeltje zitten en niet als een halve wilde aan het stuur hangen. En zij kunnen het weten.

2. Gebruik de hele baan

Hiermee bedoelen we niet dat je als een dronken tor van links naar rechts over de baan moet zwalken. Wat we wel bedoelen is dat je je kart voor het nemen van een bocht aan de buitenkant van de baan positioneert. Vervolgens pak je rond het midden van de bocht de apex aan de binnenzijde en laat je je kart bij het uitkomen weer mooi naar de buitenkant lopen. Op deze manier kun je de meeste snelheid mee een bocht in nemen en (nog belangrijker, zie puntje 10) kom je er het snelste uit. Feitelijk zijn dit de basics voor welke vorm van racerij dan ook, toch vermelden we het nog even.

3. Verken de grenzen van je kart, rij een paar rondjes volgas

Voor je weet wat je kart kan, kan het geen kwaad om een paar keer de grenzen van de grip te doorbreken. Een van de meest effectieve manieren om dit te doen is door je kart een paar rondjes volgas over de baan te gooien en smijten. Absoluut niet snel en je zult moeten weten waar je mee bezig bent om brokken te voorkomen. Desalniettemin krijg je op deze manier vlot in de vingers waar de grenzen van de grip liggen en hoe je daarmee kunt spelen. Dat helpt je om een referentiekader op te bouwen en om je hersenen min of meer te kalibreren, zodat je beter weet wat wel en niet kan.

4. Wees licht!

Iedereen die weleens een kartbaan bezoekt weet: de snelste tijden worden gereden door kleine, lichte mannetjes van onder de 60 kg. Een kart is (relatief) licht en heeft weinig vermogen. Elke extra kilo is dus ballast (duh). Rij je op Zandvoort met een personen- of racewagen, dan is dit niet zo’n grote handicap. Een beetje huurkart is echter goed voor een pk of zes en zo’n ding legt gewichtsverschillen dus genadeloos bloot.

Overigens betekent dit niet dat je geen rappe tijden kunt neerzetten als je wat forser gebouwd bent, maar een lichte(re) coureur met dezelfde skills zal in principe sneller zijn. Pak voor de race dus een saunabezoekje mee of saboteer de kart van dat kleine opdondertje uit de vriendengroep.

5. Rij smooth

Een tip die uiteraard niet alleen van toepassing is op karts. Die dingen sturen soms wat zwaarder, het vermogen is beperkt en de achteras wil nog weleens uitbreken (zie tip 7). Stuur dus niet meer dan nodig is, want elke correctie kost je veel snelheid. Denk bijvoorbeeld ook aan Amerikaanse races op ovals. Die mannen sturen zo min mogelijk, omdat ze bij elke stuurbeweging snelheid af scrubben. Werkt bij andere auto’s precies zo en dus ook bij kartjes.

Overigens kun je als toeschouwer goed zien en horen of iemand rap onderweg is. Hoor je veel bandengepiep en verschillen in toerental, dan kun je er donder op zeggen dat het geen toptijd wordt. Bij echt snelle mannen hoor je dergelijke geluiden niet of nauwelijks.

6. Rem alleen als het moet

Logisch, maar waarheid als een koe. Met een handvol pk’s duurt het even voor je snelheid opbouwt, je wilt die dus ook zo lang mogelijk vasthouden. Bij veel bochten op indoorbanen is het genoeg om even gas te lossen en vaak hoef je maar op een paar punten te remmen. Doe dat dus ook.

Ondergetekende heeft als middelbare scholier lange tijd bij een kartbaan gewerkt en daar bleek dat met name de dames (sorry ladies, het is echt zo) geneigd zijn om tijdens het rijden continu het rempedaal lichtjes in te drukken. Doe dat niet. Het kost veel snelheid en de kart vindt het allesbehalve leuk.

7. Maak gebruik van het ontbrekende differentieel

Zie ook punten 5 en 9. Zodra je op snelheid de rem een liefdevolle stamp verkoopt, zul je merken dat de achterzijde van je kart geneigd is om een eigen leven te gaan leiden. Dit heeft te maken met het ontbrekende differentieel. Maak daar gebruik van! Veel indoorbanen bestaan voor een groot deel uit krappe 180 graden bochten. Als je bij het insturen van deze bochten een korte stamp op het rempedaal geeft terwijl je kort en bruusk instuurt, gebruik je dit overstuurmomentje om in korte(re) tijd meer snelheid uit je kart te halen. Zorg wel dat je direct na het remmen je gas weer intrapt om de kart “recht” te trekken en veel snelheid mee de bocht uit te nemen.

8. Werk aan je kijkgedrag

Hier hebben we al eens een apart artikeltje aan besteed. Je rijdt naar het punt waar je naar kijkt. Kijk je naar de boarding, die bij veel indoorbanen direct langs het asfalt staat, dan heb je vette kans dat je zult moeten remmen/lossen om diezelfde boarding niet te raken. In plaats daarvan kijk je door de bocht heen, zodat je veel sneller en vloeiender de bocht uitkomt. Zie ook punt 5.

9. Verdiep je vooraf in de baan

Een beetje (prof)coureur weet binnen enkele rondjes de weg op welk circuit dan ook. Toch zal ook hij/zij vooraf bekijken hoe een omloop in elkaar zit, een goede voorbereiding kan immers nooit kwaad. Vraag aan baancommissarissen hoe je bepaalde secties het makkelijkst doorkomt en waar de rempunten liggen. Bij een beetje indoor kartbaan hoef je meestal niet vaker dan twee of drie keer per rondje op de rem te stampen, des te handiger is het als je van tevoren weet waar dat precies is.

10. Slow in, fast out

Nog een zeer basale tip, maar juist op de twisty sections van een indoor baan kan het je een hoop tijd besparen. Hoe je een kronkelige sectie ingaat maakt niet zoveel uit, als je er maar zo snel mogelijk uit komt. Vaak betekent dit dat je wat minder snelheid mee de bocht(encombinatie) in neemt, zodat je eerder op het gas kunt. Focus je dus vooral op het zo snel mogelijk verlaten van de laatste bocht in een dergelijke slinger.

11. Pak de snelste kart

Soms zit er nogal wat verschil tussen de (motoren van) verschillende huurkarts. Bekijk goed welke kart in de heat voor je het snelst was. Ligt natuurlijk ook aan de coureur, maar het kan een indicatie zijn dat die kart gewoon een klapje sneller is dan de rest.

12. Kijk af bij de snellere mannen

Niks zo leerzaam als een paar rondjes achter een snellere coureur aan tuffen! Vooral het vinden van de juiste racelijn gaat een stuk sneller als iemand het voordoet, dus met deze tip kun je een hoop voordeel pakken. Zorg uiteraard wel dat degene voor je niet té rap is, want dan heb je er maar een half rondje plezier van.